Bibliodrama
VERHALEN
Marcus 9, 2-9
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen. Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken met Jezus. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; laten we drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.’ Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, want ze waren door schrik overweldigd. Toen viel de schaduw van een wolk over hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar hem!’ Ze keken om zich heen en zagen opeens niemand meer, behalve Jezus, die nog bij hen stond. Toen ze de berg afdaalden, zei hij tegen hen dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze hadden gezien voordat de Mensenzoon uit de dood zou zijn opgestaan.
Aanreikingen bij de tekst
Een berg beklimmen is inspannend en vraagt kracht en uithouding. Een berg geeft uitzicht en oriëntatie. Een plaats waar hemel en aarde elkaar raken. Een berg geeft de nabijheid van God aan. Het verhaal wordt geassocieerd bij de berg Tabor.
Het Taborverhaal valt te typeren als een ’topervaring’. Mogelijk als een eyeopener, aha Erlebnis, disclosure experience, openbaring, contrastervaring, roeping, visioen, zien soms even…? Bij topmomenten lopen we op onze toppen, leven in de wolken, krijgen vleugels,
een stralend gelaat.
Jezus in gesprek met Mozes, de man van de Thora (de richtlijn, de wegwijzer) en Elia, de voorman van de Profeten (de kritische wegbereiders) e twee grote boekrollen uit Jezus tijd. Mozes ging de berg de Horeb op, waar God hem nabij komt in een wolk. Hij komt ‘stralend’ met de Thora,
de Wet, de stenen tafelen, de tien geboden in de hand, de berg afgedaald. De profeet Elia, ontmoedigd in zijn strijd tegen machtswellust,
zocht hij heil na een tocht door de woestijn, op een hoge berg, de Karmel. Had God zich aan hem niet geopenbaard in een zachte bries,
een zachte koelte?
Jezus beleeft moeilijkheden en tegenwerking in het realiseren van zijn roeping: een gezondene van God te zijn midden zijn niet-begrijpend volk. Lijden en dood staan hem mogelijk te wachten. Met Petrus, Jakobus en Johannes zoekt Jezus Gods nabijheid. Hij gaat niet alleen, hij is niet alleen. Op de Olijfberg op het eind van zijn leven laat hij de leerlingen achter en gaat alleen verder. "Gij bad op enen berg alleen", dichtte G.Gezelle. Aan het kruis roep hij zijn godverlatenheid uit. In het licht van Wet en Profeten krijgt Jezus zijn ware gedaante. Het zijn, zijn twee lichtende voorbeelden. Jezus straalde toen hij hun vertrouwde gestalten aanwezig wist.
Bidden is een zoeken naar oriëntatie en naar een contact met God. Jezus trekt zich meermaals terug op eenzame plaatsen (om te bidden)
Het gebeuren vindt plaats op de zevende dag, de Sabbat
Op de rustdag gedenkt men hoe God met mensen omgaat en wat je eigen oorsprong, verantwoordelijkheid en bestemming is.
Een wolk, beeld van Gods aanwezigheid en Gods ontmoeting uit het eerste, oude testament (Gods wolk gaat voor) overdekt, omsluit, omarmt, Jezus met een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon. Luister naar Hem’. Het klinkt als een tedere liefdesverklaring. Hier wordt liefde geopenbaard. Het gebeuren herinnert aan de doop van Jezus waar hij zichzelf als ‘Zoon van God’ bekent.
Petrus' voorstel om drie tenten te bouwen kan meerdere verwijzingen inhouden. Verwijst het naar ter plaatse willen blijven om de zaligheid van het moment vast te houden? Verwijst naar de ark van het verbond in een tent bij de woestijntocht van het volk Israël? Verwijst het naar de naderende moeilijkheden in Jezus leven zoals bij de woestijn? Verwijst het naar de Thora van waaruit Jezus, Mozes en Elia uitgaan? Verwijst het naar de aanwezigheid van God? Verwijst het naar het engagement, het onderweg zijn (tenten behoren bij trekkers niet bij blijvers)? Verwijst het naar de herkenning door Petrus van Jezus als gelijklopend met de twee andere grootheden?
Op het jaarlijkse loofhutten-feest bouwen de Joden tenten, hutten met palm- en olijftakken als herinnering aan de woestijntocht uit Egypte.
Op de berg (Tabor) worden de tenten niet gebouwd. Jezus daalt af, een woestijntocht, harde realiteit, een kruisweg.
Bibliodramaspel 1. Onderweg naar de top van de berg
1. Algemene Doelen
Zich inleven in de figuur van Jezus of één van de drie leerlingen: Petrus, Jakobus en Johannes.
Samen de symbolische weg naar de top afleggen en de eigen belevingen en overwegingen verwoorden.
Zich bewust worden van een mogelijke ervaring bij het bereiken van de top van de berg en deze verwoorden.
Verwoorden wat zo'n plaats als de top van een berg met je doet als leerling of als Jezus.
Doorheen het bibliodramagebeuren mogelijk ervaringen van ‘verdieping’ van de eigen levenswerkelijkheid opdoen.
Op het vlak van : gevoelens en gedachten, overwegingen en keuzen; betekenisgeving, zin en waarden; inspiratie en oriëntatie.
Reflecteren op de eigen spelervaringen en deze verbinden met de eigen concrete, actuele levenswerkelijkheid.
2. Speelwijze
2.1. Bijbeltekst lezen
De hele bijbeltekst lezen
2.2. Uitwisseling van eigen associaties bij het bijbelverhaal
Welke belevingen, gedachten, bedenkingen of vragen komen er spontaan bij je op bij het beluisteren van het verhaal?
Als je kijkt naar de verschillende personages in het verhaal, wat roepen deze figuren bij je op?
Jezus, Elia, Mozes, Petrus, Johannes, Jacobus, Stem uit de wolk.
Op welke wijze komen de andere gegevens uit het verhaal bij je binnen: Taborberg, stralend witte kleding, wolk, bidden, slapen, tenten…
2.3. Spelverloop Bibliodramaspel 1. toelichten
Er wordt gespeeld met de eerste tekstregel van het bijbelverhaal
"Jezus nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op"
Het spelverloop: zie vervolg.
2.4. Speelscène inrichten
Op de speelscène wordt symbolisch de weg naar de top van de berg (Tabor) weergegeven door een spiraalvormig pad, aangegeven met stenen. De top zelf wordt weergegeven met enkele doeken in een steencirkel
2.5. Rolkeuze en doorleving: Jezus en de leerlingen onderweg naar de top van de berg.
Het dramatiserend ervaren van het symbolisch beklimmen (in een spiraal) van een heuvel-bergtop als uitgekozen leerlingen
op uitnodiging van Jezus.
-
De bijbeltekst wordt opnieuw gelezen
-
Vier deelnemers die in deze spelronde willen spelen, kiezen elk één van de rollen: Jezus, Jacobus, Johannes of Petrus. De anderen spelen mogelijk kort: de andere leerlingen (die achterblijven)
-
De speler die Jezus speelt nodigt de drie leerlingen uit met hem de berg te beklimmen.
-
De speler die de rol van Jezus opneemt, neemt het initiatief bij het begin van het spel na het begininterview
(alle spelers worden gevraagd zich in te leven in hun gekozen verhaalfiguur en kort in hun rol voor te stellen).
-
Het gaan naar de top (gesymboliseerd in een, op de vloer, met stenen uitgetekende spiraal) wordt gespeeld en beleefd
op eigen (persoonlijke) wijze
- In stilte, al pratend , elkaar bevragend, achter elkaar, samen, twee aan twee, afzonderlijk, snel, traag…
- Bevraagd op belevingen, overwegingen, verhoudingen (door begeleiding)
- Zijn interventie beperkt zich (zo veel mogelijk) tot het begininterview waarbij de spelers zich hun rol toe-eigenen
en de slotvraag waarmee de spelers in hun rol, naar hun belevingen op de berg worden gevraagd.
Het spel wordt gespeeld volgens de speelwijze van de werkvorm’ ontmoetingsspel’
Meer informatie over het 'ontmoetingsspel': zie Werkvormen - Ontmoetingsspel: >> Naar Werkvorm Ontmoetingsspel
Meer info: zie ook boek: "Bibliodrama begeleiden. Wegwijzers voor de praktijk. pp. 173-179.)" >> Naar Boek Bibliodrama Begeleiden
Vragen bij het begininterview kunnen zijn:
-
Wie ben je? Hoe beleef je het om door Jezus meegevraagd te worden?
-
Hoe voelt het om straks naar boven de berg op te klimmen?
-
Wat hoop je er te vinden?
-
Wat wil Jezus eigenlijk?
-
Waarom vraag je Petrus, Johannes en Jacobus mee naar boven?
-
(Hoe) (Wat) heeft dit gebeuren met je uitzicht op je levenseinde te maken?
-
Wat hoop je er te vinden, te ervaren…?
Vragen bij het onderweg zijn:
-
Hoe ervaar je deze tocht naar boven?
-
Wat denk je, voel je, zeg je?
-
Hoe ervaar je elkaar?
Aankomen op de top van de berg:
-
Ieder wordt uitgenodigd een eigen houding aan te nemen en deze te doorleven
-
Ieder spreekt kort uit wat er aan belevingen boven op de berg Tabor door hem heen gaat.
-
Hoe is het voor je om op deze berg te zijn?
Na deze scène worden de spelers ontrold en wordt de bergtocht met andere deelnemers herspeeld.
Als alle deelnemers gespeeld hebben wordt het spel afgerond.
2.6. Uitwisseling
De spelers vertellen aan elkaar hoe ze het gebeuren ervaren hebben. Welke belevingen, denkbeelden, associaties bij hen zijn opgekomen.
Iedereen wordt uitgenodigd om de eigen verbindingen met het eigen en maatschappelijke leven te delen.
Er wordt tijd gemaakt om de eigen belevingen te verbinden met het eigen begrip van het hele bijbelverhaal.
Meer informatie over het begeleiden van de uitwisseling: >> Naar Begeleiden Uitwisseling
2.7. Aandachtspunt.
Bij de spelopstelling dien je als begeleider voor een voldoende lange weg op het speelveld naar de bergtop uit te tekenen. De praktijk leert dat spelers die tijd nodig hebben om voldoende in hun rol, in de sfeer en in voeling met de betekenissen van het verhaal te kunnen komen.
Theologiseren
Genenezing van de lamme in het badhuis
Inhoudelijke invalshoeken en aandachtpunten die het verhaal aanreikt i.f.v. het theologiseren kunnen door de begeleider doorheen het spel van de deelnemers als een open mogelijkheid worden aangeraakt indien ze niet spontaan worden ingebracht. ( cfr. verhaalinhouden en bibliodramadoelen). Het mag echter geen inhoudelijke spelsturing of duiding inhouden.
Doorheen het spel bevraagt de spelleider voldoende de belevingen, ervaringen, overtuigingen, verlangens van de diverse spelers m.b.t. onderstaande aspecten wanneer deze zich doorheen het spel aandienen.
Meer over Theologiseren via Bibliodrama: Zie: >> Theologiseren met bibliodrama
Tijdens het spel
Aandacht geven voor verdieping door te vragen naar betekenisgeving, explicitering, oriëntatie…
De belevingen van de verschillende zieken met hun ziekteproces. ( i.f.v. betekenisgeving)
De onderlinge relaties, verbanden, spanningen tussen degenen die genezing zoeken.
Welk vormen van genezing worden verwacht? Welke worden verkregen?
Hoe en door wie of wat kan, moet, zal de genezing tot stand komen?
Wat kan het badhuis, de medezieken, het water, de engel, Jezus… daarin betekenen?
Hoe staat met tegenover de genezende werking van het water?
Hoe beleeft de engel zijn/haar rol? Wat is de eigen kracht en (on)macht van de engel?
Wat zijn de motieven? Waar komt die kracht vandaan? Waarop is die gericht?
Hoe wordt de engel en zijn motieven en handelingen begrepen door de zieken?
Is het een engel van Godswege of waarvandaan?
Wat is de functie en betekenis van Jezus en hoe ziet hij zichzelf functioneren in de situatie
in het badhuis? Hoe wordt zijn rol en zijn intenties opgevat door de anderen?
Hoe verhouden de engel en Jezus zich tot elkaar? ( mogelijk ook t.o.v. God
indien de gepeelde rol een engel van God is)
Hoe ervaren de zieken de functie van Jezus en hoe ervaren zij diens optreden?
Keuze van Jezus voor de man die al 38 jaar lam was.
Wat gebeurt er m.b.t. het genezingsproces van de vele zieken?
Welke functie, betekenis krijgen de medezieken, de engel, het water, Jezus… hierin?
Tijdens de uitwisseling na het spel
De spelbelevingen in de gespeelde rollen tijdens het spel
Herkennen van aspecten uit de eigen levenservaringen
(i.r.t. de eigen levensbeschouwelijke identiteit)
Ervaringen met bijbel-theologische themata doorheen het spel
- Wonderverhalen in de bijbel
- Begrip van ‘wonderen’ in de samenleving.
- Ziekten (beleving, stigmatisering, mensbeelden, overtuigingen, identiteit)
- Genezing en heling (fysisch, psychisch, sociaal, spiritueel, godsdienstig)
- Helende kracht van water (welness, genezingsbronnen e.a)
- Voorkeursoptie voor armen, zieken, lammen….
- Figuur, voorstelling, begrip van Jezus
- Voorstelling en begrip van de engel
- Godsvoorstelling (mogelijk)
Bibliodramaspel 2.
1. Algemene doelen
Betekenissen van de bijbeltekst verdiepend, verruimend ervaren
De gespeelde rol uit het verhaal doorleven.
In dialoog met de andere medespelers op zoek gaan naar de zinervaring van het gespeelde.
Samenspelend betekenissen uit het verhaal verlevendigen en verdiepen.
Verbindingen tussen de gespeelde verhaal rol en het eigen leven ervaren
Betekenissen van het verhaal die zijn opgekomen met elkaar delen.
Eigen inspiraties en oriëntaties die zijn opgekomen tijdens het spel verwoorden.
Eigen Jezusbeeld, Godsbeeld verduidelijken.
2. Speelwijze
2.1. Bijbeltekst lezen
De hele bijbeltekst lezen
2.2. Uitwisseling van eigen associaties bij het bijbelverhaal
Welke belevingen, gedachten, bedenkingen of vragen komen er spontaan bij je op bij het beluisteren van het verhaal?
Als je kijkt naar de verschillende personages in het verhaal, wat roepen deze figuren bij je op?
Jezus, Elia, Mozes, Petrus, Johannes, Jacobus, Stem uit de wolk.
Op welke wijze komen de andere gegevens uit het verhaal bij je binnen: Taborberg, stralend witte kleding, wolk, bidden, slapen, tenten…
2.3. Spelverloop toelichten
Het spel verloopt volgens de werkvorm: Groepsinteractiespel
Meer informatie over de werkvorm en begeleidingswijze:
Zie Werkvorm Groepsinteractiespel: >>Naar Werkvorm Groepsinteractiespel
Bijkomende informatie en ondersteuning: Zie boek Bibliodrama Begeleiden: >> Naar boek: Bibliodrama Begeleiden
2.4. Speelopstelling.
Er zijn meerdere boeiende spelopstellingen mogelijk als start van dit groepinteractiespel.
Spelopstelling 1.
Elia Stem uit de wolk (God) Mozes
Leerlingen Jezus Leerlingen
Spelopstelling 2.
Leerlingen Stem uit de wolk (God) Leerlingen
Elia Jezus Mozes
Spelopstelling 3.
Stem uit de wolk (God)
Mozes
Leerlingen
Elia
Jezus
2.5. Spelverloop:
Zie Werkvorm Groepsinteractiespel: >>Naar Werkvorm Groepsinteractiespel
2.6. Uitwisseling:
Wat heb je als verdiepend ervaren tijdens het spel?
Welk nieuw inzicht in het verstaan van de bijbeltekst is er bij je opgekomen?
Welke betekenisvolle verbindingen tussen de spelervaringen en je leven zie je?
Wat in het spel was voor jou inspirerend of oriënterend en waarom?
Welke maatschappelijke relevantie heb je tijdens het spel herkend?
Heeft dit spel iets voor je Jezusbeel, Godsbeeld of geloof betekend?
Meer informatie over de aanpak van de UItwisseling: Zie Begeleiden Uitwisseling. >> Naar Begeleiden Uitwisseling
3. Begeleidingssuggesties voor verkennende en verdiepende vraagstellingen bij de diverse personages
Algemene startvragen bij het interview van elk personage.
Wie ben je? Waar ben je? Waarom ben je hier? Wat doe je hier?
Vragen aan Jezus:
Wat betekent de berg opgaan voor je? Waarom boven op een berg?
Wat is de meerwaarde?
Link met leerlingen:
Wie is er bij je? Waarom deze mensen? Wat verwacht je van hen?
Nu is je kleed stralend wit. Wat betekent dit witte van je kleed nu?
Link met Mozes en Elia:
Welke betekenis heeft Mozes/Elia voor je? Verlang je naar hen?
Ook zij stonden ooit op een berg? Is dat vergelijkbaar met dit moment?
Mozes was de man van de uittocht. Hij wist het vuur brandende te houden?
Elia riep het volk op om terug te keren naar hun roots, hun geloof.
Wanneer heb je voor het eerst van deze personages/figuren gehoord?
Hoe en wat wordt er over hen verteld?
Wil ook jij de mensen bevrijden? En van wat wil je ze dan bevrijden? (angsten?).
Wil ook jij de mensen terug brengen tot de ware godsdienst? Hoe, op welke manier?
Wat geeft jou kracht?
Link met Stem in de wolk:
Heeft de stem in de wolk ooit nog tot je gesproken?
Welke betekenis heeft zij voor jou?
Wat doet het jou als deze stem zo spreekt? Hoe voelt dat aan?
Wat is de eigen betekenis die je ervaart
Vragen aan de leerlingen: Petrus, Johannes, Jacobus
Wie ben je? Waarom zijn jullie maar met drie?
Ben je blij dat Jezus je heeft meegevraagd?
Wat doet dat met je: gevraagd worden?
Zijn de andere leerlingen soms jaloers?
Heb jij een goede band met Johannes/Petrus/Johannes?
Waarom wil je hier drie tenten bouwen, Petrus? Wat vinden je medeleerlingen van dit voorstel?
Link met Jezus:
Waarom heeft Jezus jou meegenomen? Heeft dit een speciale reden?
Gaat Jezus wel eens vaker de berg op? Heeft Hij iets met bergen? En jij?
Jezus zijn kleed werd stralend wit en zijn aanblik verandert. Heb jij dit gezien?
Wat roept dit bij je op? Wat betekent dit voor je verder?
Link met Mozes/Elia:
Wat is volgens jou de betekenis van Mozes en Elia voor/in Jezus leven?
Wat weet je precies van hen? Welke betekenis heeft dit voor jou?
Link met de stem in de wolk:
Heb je de wolk gezien? Wat roept dat bij je op?
Heb je de stem gehoord? Welke woorden klonken er in je oren?
Heb je gehoord dat de stem zei: ‘Dit is mijn zoon, de uitverkorene, luister naar hem’. Wat wil de stem hiermee zeggen, denk je? Hoe versta je dit?
Vragen aan Mozes
Wie ben jij? Welke relatie heb jij met de berg?
Straalde je zelf ook toen je vroeger van de berg Sinaï naar beneden kwam?
Ken jij de stem uit de wolk?
Wat betekent zij voor jou?
Mozes, Wat heb jij voor de Thora gedaan?
Jezus heeft vaak moeite met de Thora.
Wat doet je dat?
Zie je gelijkenissen tussen jouw eigen levensweg
en die van Jezus?
Wat denk je dat hij uit jouw leven zou oppikken?
Welke raad zou je hem geven?
Is er een gelijkenis tussen jou dood,
die van Elia en die van Jezus?
(zie ook algemene vragen bij Elia)
Vragen aan Elia
Welke relatie heb jij met de berg?
Je zocht vaak naar de nabijheid met God. Waarom? Welke kracht zocht je op?
Ken jij de stem uit de wolk? Van waar? Wat betekent zij voor jou?
Elia, hoe is het om naast Jezus
en Mozes te staan?
Hoe kijk je naar de leerlingen?
Wat zou je hen willen zeggen?
De leerlingen zien jou en Mozes en Jezus
als witte verschijningen.
Wat moeten ze zich daarbij voorstellen?
Wat moet dit bij hen oproepen?
(zie ook algemene vragen bij Mozes)
Vragen aan de Stem uit de wolk
Tot wie spreek jij? Waarom spreek jij op
deze moment tot Jezus?
Is het toevallig dat Jezus met Mozes en
Elia in gesprek is?
Wat is de betekenis van de wolk? Hoe
moeten we dat verstaan?
Heb je iets speciaals met een berg en met wolken?
Wat bedoel je met: ‘Dit is mijn zoon’?
Waarom moeten mensen naar Jezus luisteren?
Waarom verschijnen Mozes en Elia in het blikveld van de leerlingen?
Wat zou je over je zoon aan de mensen willen zeggen?
Wat zou je aan je zoon nog willen zeggen over zijn leefwijze?