top of page

WERKVORMEN

Model

Omschrijving

 

Verhaalfragmenten en kortverhalen rondom een thema worden in poppenkastvorm gespeeld met uitsluitend de handen.

Korte situaties uit het verhaal en aspecten van de eigen belevingen bij de verhaaltekst

worden in gezamenlijk overleg uitgebeeld met handen.

De handen worden getoond boven een doek zoals bij poppenkast. De spelers verdwijnen helemaal achter het doek

Er wordt gewerkt in groepjes van drie tot vijf personen.

Elke speelgroep speelt een ander lichtverhaal.

 

Doelen

Eigen indrukken, belevingen en beelden bij een bijbelcitaat e.a. in samenspraak verwoorden.

Geassocieerde betekenissen en persoonlijke verhalen bij elkaar brengen.

Een selectie aan verhaalbetekenissen samenbrengen tot een scenario rondom de teksten of verhalen

Het geheel samen in beeld brengen met de eigen handen boven een doek als een poppenkastspel.

De eigen geraaktheden, belevingen en geassocieerde ervaringen als publiek bij de voorstelling verwoorden.

De eigen intenties en achterliggende betekenissen toelichten aan het publiek.

 

Spelverloop

- De spelers krijgen elk een verhaalfragment (eventueel naar keuze).

- Het verhaalfragment eerst inhoudelijk met elkaar verkennen

en mogelijke betekenissen uitdrukkingswijzen en spelwijzen aan elkaar voorstellen.

Wat raakt me, treft me, boeit me, stoort me, in het fragment.

Wat aan betekenissen roept het in mij wakker?

Welke beelden, welke voorstellingen roept dat bij me op.

Aan elkaar vertellen, elkaars associaties en verhalen beluisteren.

- Verbindingen zoeken. De diverse betekenissen samen opbouwen tot een nieuw verhaal.

- De betekenissen via handhoudingen uitproberen en samen een speelscenario maken en woordeloos spelen.

- Het verhaal kan geleidelijke gespeeld worden, van begin  naar einde.

Het kan ook in opeenvolgende statische fragmenten uitgedrukt worden.

Er kan ook ingezoomd worden op één fragment of betekenislijn, het kan ook actualiserend verder verteld worden..

 

- De uiterste spelers houden het doek gespannen. Het kan ook opgespannen worden aan een draad

- De verschillende groepen tonen hun creaties aan de anderen.


- De toeschouwers worden gevraagd de poppenkastscènes aandachtig te bekijken en te doorvoelen.

Na elk spel wordt hun gevraagd aan te geven wat ze gezien hebben, wat hen geraakt, getroffen heeft,

welke associaties te hebben gemaakt….

Ze uiten hun eigen belevingen en geraaktheden maar geen beoordelingen van het spel.

De spelers zelf kunnen nadien nog iets van hun betrachtingen en intenties weergeven.

Ze kunnen ook het citaat voorlezen waaraan hun spel is ontleend.

 

- Uitwisseling: na alle poppenkast spelen kan er nog een verder uitwisseling van geassocieerde levenservaringen volgen.

Er kan verteld worden hoe ze als spelers het spelen met de handen beleefd hebben.

Wat hebben ze gevoeld, gedacht, beleefd, ervaren, wat hebben ze gedaan.

En kan er worden stilgestaan bij de betekenis van het verhaal- of tekstthema in het eigen leven.

 

Meer informatie over de  uitwisseling: >>Zie Begeleiden Uitwisseling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Variaties

Variatie suggesties bij het maken van een spelscenario:

Er mogen klanken bij worden gemaakt.

Er kunnen korte woorden worden uitgesproken.

Er mag naast handen ook een gezicht worden getoond.

Bij deze verhalen kunnen één of meerdere voorwerpen gebruikt worden.

Aandachtspunten

Naakte armen en handen, zonder kledij, uurwerken, armbanden en ringen spreken meer tot de verbeelding

Praktijkvoorbeeld met kinderen: uitwerking in stappen met videobeelden:  >>Naar Praktijkbeelden

Toepassingen

 

 Thema Lichtverhalen

Citaten en verhaalfragmenten uit diverse levensbeschouwingen:

 

Toen zei God: ‘Er moet licht hier licht komen!’ En er kwam licht. En God zag dat het licht goed was. God scheidde het licht van de duisternis;. Genesis 1, 3- 4

 

- De HEER ging voor hen uit; ’s nachts in een vuurzuil, om hun licht te zijn. Zo konden zij dag en nacht doortrekken. Nooit week ’s nachts de vuurzuil van de spits van het volk. Exodus 13, 21-22

 

- Een volk dat ronddwaalt in het donker, zal eens een machtig licht aanschouwen. Over hen die wonen in een land vol duisternis gaat een stralend licht op. Jesaja 9, 1

 

​- Ze openden de poort om hen binnen te laten. Ze ontstaken licht en gingen in een kring om hen heen staan.

Judit 13, 13

 

- Niemand steekt een lamp aan om die in de kelder te zetten of onder de korenmaat, maar je zet hem op de kandelaar; dan ziet iedereen die binnenkomt het licht. Lucas 11, 33

 

- God is het licht over hemel en aarde, zijn licht is als een lamp in een nis, een lamp in een glas, een glas van sterrenschitter,brandend aan geheiligd olijfhout , vlamt de olie uit zichzelf, licht boven licht, tot zijn licht, leidt god wie hij wil. Koran Soera 24, 35

 

- Na veertien jaren oerwoud vond Rama dat het tijd werd om maar eens naar zijn vaderland terug te gaan. De mensen van de hoofdstad hoorden van zijn terugkomst en waren heel blij. Iedereen versierde zijn huis met lampions en lichtjes. Zo werd de hele stad versierd met licht, want de prins van het licht was immers teruggekomen! De mensen zongen en dansten en vierden uitbundig feest. Ramajana.Verhaal Rama en Sita.

 

- Op een avond onder een bodhi-boom bij volle maan in Bodh Gaya ziet hij opeens het licht. Hij wordt dan Boeddha (de verlichte)

 

- Toen ze de zevenarmige kandelaar aan wilden steken, bleek er nergens olie te zijn. Ze hadden de moed al bijna opgegeven toen iemand met een heel klein kruikje aan kwam zetten. Er was nog een restje olie ergens in de kelders van de tempel gevonden. Ze vulden de lamp met de olie en hij brandde zoals hij vroeger ook gebrand had. In de dagen die volgden gebeurde iets vreemds. Elke dag vulden ze de lamp in de tempel bij met het restje olie uit dat kleine kruikje. Een hele week lang. En de olie raakte niet op. Een wonder was dat!"

2 Makkebeeën.

Meer rondom werken met lichtverhalen  >> Zie Thema Licht

Toepassingen

Thema  Aanraken en aangeraakt worden

 

De zoon en de vader

Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;  ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten, behandel me als een van uw dagloners."  En hij ging terug naar zijn vader. Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd; snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem. Lucas 15, 18-20

 

De vrouw die zijn kleed aanraakt

Omdat zij over Jezus gehoord had, drong zij zich in de menigte naar voren en raakte zijn mantel aan. Want ze zei bij zichzelf: “Als ik slechts zijn kleren kan aanraken, zal ik al genezen zijn.” Marcus 5, 27-28.

 

Blinden worden aangeraakt

Bij hun vertrek uit Jericho gingen vele mensen met Hem mee. Er zaten twee blinden langs de weg, die, horend dat Jezus voorbijging, luidkeels begonnen te roepen: “Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!” De mensen snauwden hun toe te zwijgen. Maar zij riepen nog harder: “Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!” Jezus bleef staan, riep hen bij zich en vroeg: “Wat wilt ge dat Ik voor u doe?” Zij zeiden: “Heer, open onze ogen!” Jezus had medelijden met hen en raakte hun ogen aan. Terstond konden zij zien en sloten zich bij Hem aan. Matteüs 20:29-34

 

Laat de kinderen tot mij komen

Daarop brachten de mensen kinderen bij hem, ze wilden dat hij hun de handen zou opleggen en zou bidden. Toen de leerlingen hen berispten,  zei Jezus: ‘Laat de kinderen ongemoeid, belet ze niet bij mij te komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’  En nadat hij hun de handen had opgelegd, trok hij weer verder. Matteüs, 19:13-15

 

 

Een dove kan weer horen

Men bracht een dove bij Hem, die ook moeilijk kon spreken en smeekte Hem dat Hij deze de hand zou opleggen. Jezus nam hem terzijde buiten de kring van het volk, stak hem de vingers in de oren en raakte zijn tong met speeksel aan. Vervolgens sloeg Hij zijn ogen ten hemel op, zuchtte en sprak tot hem: “Effeta”, wat betekent: Ga open. Terstond gingen zijn oren open en werd de band van zijn tong losgemaakt, zodat hij normaal sprak. Hij verbood hun het aan iemand te zeggen; maar met hoe meer nadruk Hij dat verbood, des te luider verkondigden zij het. Marcus 7:32-36

 

Veronica en Jezus

Geen bijbels verhaal maar een christelijke legende. Veronica drong zich volgens de overleveringen door de toeschouwers bij de kruisgang van Jezus doorheen de straten van Jeruzalem om hem met een doek het zweet en bloed van zijn gezicht te vegen. Bij het afvegen zou het gelaat van Christus op wonderlijke wijze op de doek zijn ingeprent. De naam Veronica is een samenstelling van vera en icon hetgeen waar beeld betekent.

 

Het ongeloof van Thomas

De leerlingen van Jezus vertellen na zijn dood dat ze de opgestane Jezus hebben gezien. Tomas was hier niet bij en kon het niet geloven. Hij zei: "Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven." Een week later verscheen Jezus weer; ditmaal was Tomas er wel bij. Jezus zei tegen hem: "Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof."  Johannes 20, 26-28

 

Handen opleggen en de heilige geest ontvangen.

De apostelen in Jeruzalem hoorden dat de bewoners van Samaria het woord van God geloofden. Ze stuurden Petrus en Johannes naar hen toe. Toen ze aangekomen waren, baden ze voor de mensen dat ze de Heilige Geest zouden ontvangen. Want niemand van hen had de Heilige Geest nog ontvangen. Ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Toen legden ze hun de handen op en de mensen ontvingen de Heilige Geest. Handelingen 8, 14-17

Verloren schaap

Op een dag zei Jezus: ‘Denk u eens in dat iemand van u honderd schapen heeft en één ervan is hij kwijtgeraakt. Zal hij dan niet die negenennegentig andere in de woestijn alleen laten en naar dat ene schaap op zoek gaan, net zolang tot hij het vindt? En als hij het vindt, neemt hij het blij op zijn schouders. En wanneer hij thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren om zijn blijdschap te delen. Want, zegt hij, het schaap dat ik kwijt was, heb ik teruggevonden. Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer blijdschap zijn over één zondaar die weer het goed doet over negenennegentig mensen die zo goed zijn dat ze zich niet hoeven te beteren.’ Lucas 15 1-7

 

​Daniël aangeraakt

Door het zien van deze grootse verschijning voelde ik mijn krachten wegzinken; mijn gelaatskleur verbleekte en ik was tot niets meer in staat. Ik hoorde hem spreken, maar terwijl ik probeerde naar hem te luisteren, verloor ik het bewustzijn en viel ter aarde. Daarop raakte een hand mij aan en ik sidderde ervan, terwijl ik mij op mijn knieën en handen oprichtte.  Daniël 10, 8-10

 

De verhouding God en mens

In zijn beroemde schildering van de schepping van de mens is Michelangelo heel voorzichtig in zijn tekening van de verhouding tussen God en mens. Wat roept dit bij je op? Zelf per twee naar een aantal andere houdingen op zoek te gaan waarbij de verbondenheid met elkaar tot uitdrukking komt. Begin met de houding te verkennen van het beeld van Michelangelo. Beeld nu verder houdingen met elkaar uit waarbij je ook tactiel verbonden bent. Verken hoe dat bij jullie beiden kan. Sta stil bij hoe dat voelt. Spreek erover met elkaar. Probeer een aantal houdingen uit die op een creatieve, speelse wijze toch een wat kunstige, expressieve, betekenisvolle vorm aannemen. Wat kunnen deze nieuwe houdingen vertellen over verbondenheid tussen mens en God?

 

Meer rondom Aanraken en aangeraakt worden  >> Zie Thema Aanraken

Praktijkvoorbeeld voor kinderen met videobeelden:  >>Naar Praktijkbeelden

Met andere aanrakingsverhalen

bottom of page