top of page

WERKVORMEN

Model

Omschrijving

Een rollenspel waarbij meerder personages uit een verhaal tijdens één spel verkend en gespeeld worden

 

Doelen

Argumenten en motieven van de verschillende rollen in het bijbelverhaal verkennen.

Zich inleven in meerdere standpunten en kijkwijzen.

Eigen persoonlijke motieven en handelingen verkennen.

Andere houdingen en argumenten dan het bijbelverhaal aanreikt verkennen.

Argumenten en houdingen m.b.t. ‘zorgzaam samenleven uitwisselen.

 

Spelverloop

1. De doelen en het verloop van dit bibliodrama worden toegelicht.

2. De verhaaltekst wordt gelezen en een aantal personages (rollen) wordt geselecteerd.

 

3. De rollen een plaats geven in de ruimte

Elementen om mee rekening te houden kunnen zijn:  tegengestelde rollen  tegenover elkaar plaatsen, plaatsing volgens de evolutie van de verhaallijn...

Het verhaal zelf reikt soms mogelijkheden aan om die plaatsing een bepaalde structuur te geven in de vorm van een driehoek, vierkant, cirkel, kruis ...

 

4. Een rol kiezen.

 

De plaatsing van de rollen wordt nogmaals voor de deelnemers helder aangeduid.

Er kunnen meerdere deelnemers per rol zijn. Ieder wordt gevraagd op hun eigen wijze deze rol te spelen. Hij of zij kan meedoen met wat een speelster van dezelfde rol  aangeeft; maar zij mag ook totaal anders de rol gestalte geven.

De begeleid(st)er geeft aan hoeveel personen er voor één rol mogen kiezen.

Daarbij kan zij/hij gebruik maken van een aantal stoelen.

Als instap-rol kan gevraagd worden die rol te kiezen die hen het meest raakt. 

Indien de plaatsen bezet zijn kan men de rol van de tweede keuze innemen.

5. Het verhaal wordt herlezen.

Daarbij wordt aan de deelnemers gevraagd het verhaal te beluisteren op  een rol die hen 'raakt, treft, sterk aanspreekt'.            

 

6. Plaats nemen in een rol

Aan de deelne(e)m(st)ers wordt gevraagd de plaats in te nemen van één v.d. rollen.

Bij de aanvang van het spel wordt aan de deelne(e)m(st)ers gevraagd zich in te leven in hun rol. De begeleid(st)er vraagt iedereen om beurt zichzelf kort voor te stellen en te schetsen hoe men er zich voelt bijstaan, waar men op gericht is...

 

7. Op verkenningsronde

De bedoeling van zo'n verkenningsronde is dat iedereen van elkaar weet wie welke rol opneemt en hoe de rollen worden ingevuld. Daardoor krijgt vrij snel iedereen de kans om iets te zeggen en zit dus elke spe(e)l(st)er onmiddellijk actief in het spel. Dan is het ijs gebroken. Men kan beginnen.

Vragen ter verkenning kunnen zijn: Wie ben jij? Wat is je bekommernis?

Hoe bekijk je de situatie? Wat hoop je, wat verlang je, wat verwacht je?

 

8. De interactie

-Als begeleid(st)er zorg je ervoor dat er snel interactie komt. Zorg dat zoveel

mogelijk speelsters aan bod komen. Neem argumenten die tussen de plooien zijn gevallen  weer op.

Betrek de wat stillere speelsters door naar hun bedenkingen bij wat zij horen en zien te vragen.

En dat ook tegen de betrokkenen in het spel te verwoorden.

Dus ruimte en dynamiek maken om met elkaar in gesprek, in discussie te gaan.

-Het is van belang goed aan te geven dat iedereen om het even wanneer op iemand kan ingaan op wat iemand zegt.

Alleen de begeleidster zorgt er voor dat het wat ordelijk ver­loopt.

Het is de taak van de begeleid(st)er om het gesprek te structureren en te animeren. 

Zij organiseert het gesprek maar stuurt het niet een bepaalde richting uit.

Ze begeleidt maar leidt het niet naar de eigen inzichten toe.

De inhouden die in het verhaal aanwezig zijn en de tus­senkomsten van bepaalde speelsters mag zij wel weer onder de aandacht brengen.

-Van de begeleiding worden  gespreksondersteunende tussenkomsten verwacht

 

9. Doorschuifmomenten

 

-Na een zeker tijd legt de begeleid(st)er het spel stil en vraagt alle deelnemers een andere rol in te nemen, volgens het doorschuifsysteem. Alle deelnemers aan één rol schuiven gezamenlijk door naar de volgende rol  een andere reeks stoelen).

-Het gesprek tussen de rollen vangt weer aan. De deelnemers behoeven geen rekening te houden met wat zich voordien in die diverse rollen afspeelde, ze zijn niet verplicht dezelfde motieven als de spelers voor hen aan te houden.

Ze bekleden hun nieuwe rol op hun eigen wijze.

-Na de nieuwe gespreksronde wordt er opnieuw gewisseld en wel zo dat uiteindelijk elke deelnemer zich in elke rol heeft kunnen inleven.

 

10. Afronding

-Het gesprek kan afgerond worden door iedereen een slotbedenking te laten formuleren vanuit een rol die men vrij kiest.

-Bij het beëindigen van het spel wordt aan de deelnemers gevraagd hun rol(len) bewust af te leggen.

 

11. Uitwisseling

-Na het gesprek is er een uitwisseling van ervaringen opgedaan tijdens het spel.

Ervaringen met betrekking tot de belevingen tijdens het spel, m.b.t. de doelen van het spel en het inhoudelijk thema, m.b.t. de geassocieerde ervaringen uit het eigen concrete leven, m.b.t. de inzichten die t.a.v. de tekst en haar betekenissen werden opgedaan.

Volgende vragen kunnen daarbij een hulp zijn:  

- Wat is er aan bedenkingen, gevoelens, fantasieën tijdens het spel bij je opgekomen?

- Welke rol is er je het meest bijgebleven en waarom?

- Welke rol vond je het moeilijkste, het spannendste...?

- Hoe heb je het ervaren om in tegengestelde rollen terecht te komen?

- Welke relaties met je eigen leven herken je? Welke uitspraken zie je jezelf nog doen?

- Welke argumenten gebruik je vaak meer. Waar zie je die nog naar voor komen?

- Welke maatschappelijke situaties herken je in bepaalde spelsituaties?

- Welke conclusies m.b.t. het multicultureel samenleven trek je n.a.v. het spel?

 

Boeiend is ook de argumenten voor en tegen die gevallen zijn tijdens het spel terug in te zamelen.

Ook de oplossingen die zijn gesuggereerd. De argumenten die het weer hebben afgewezen enz. 

Meer informatie over de  uitwisseling: >>Zie Begeleiden Uitwisseling

 

12. De bijbeltekst lezen

Deze kan n.a.v. de spelinhouden nog van commentaar voorzien worden.

Aandachtspunten

Het begeleiden van zo'n spel lijkt eenvoudiger dan het in werkelijkheid is. Het gesprek op gang houden, nieuwe invalshoeken binnen brengen, vlotte overgangen maken, iedereen betrekken,  degenen die het spel sterk naar zich toehalen wat afremmen zonder afbreuk aan de persoon te doen, de eigen denkbeelden op de achtergrond houden, zorgen dat het geen chaos wordt, dat de spelers in hun rol blijven en niet van persoon tot persoon gaan spreken, dat niet alleen gedachten worden geuit en argumenten worden gehanteerd maar dat ook belevingen, houdingen, wensen en handelingen ter sprake worden gebracht.

Daarbij moet je zorgen dat je overzicht houdt en dat je aanvoelt of bepaalde situaties niet te beklemmend worden voor bepaalde deelnemers, dat je bepaalde rollen wat gaat ondersteunen door even mee te spelen of  hun argumenten aan te reiken zodat ze uit de verdrukking kunnen geraken...

 

Op voorhand een grote reeks vragen bedenken die je aan de verschillende rollen kunt stellen.

De verschillende verhaalinhouden en mogelijkheden opzoeken door de tekst te bestuderen

 

 

 

Deze werkvorm is op meerdere verhalen toepasbaar maar echt niet elk verhaal is er voor geschikt.

Vooral verhalen waar de perspectiefwissel  van belang is; of in tegenoverliggende rollen gestalte krijgt.

Ook niet alle rollen in een geschikt verhaal zijn bruikbaar.

Anderzijds zijn te associëren rollen die niet in het verhaal staan soms erg goed bruikbaar.

Variaties

Meer informatie over het doorschuifrollenspel: zie Boek: Bibliodrama Begeleiden. Wegwijzers voor de praktijk. >> naar Boek

Praktijkvoorbeeld voor de basisschool met videobeelden:  >>Naar Praktijkbeelden

Het voorbeeld is uitgewerkt met het verhaal van de 'onvruchtbare vijgenboom' uit Lukas 13:6-9

Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype. Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.Om dan hier pas het werkelijke verhaal neer te pennen in een wat kleiner lettertype.

Inleiding over Mohamed die zomaar even een profeet werd.  In een wat groter lettertype dan de gewone tekst. 

Inleiding over Mohamed die zomaar even een profeet werd.  In een wat groter lettertype dan de gewone tekst. 

TOEPASSINGEN

De jongste zoon en de vader

Lc. 15,11-32

 

Hij zei: ‘Iemand had twee zonen. De jongste zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij mijn deel van de erfenis.” En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Niet lang daarna vertrok de jongste zoon met al zijn bezit naar een ver land, waar hij het verkwistte in een losbandig leven.  Toen hij alles opgemaakt had, kwam er een zware hongersnood over dat land en ook hij begon gebrek te lijden.  Hij zwierf rond tot hij in dienst trad bij een van de inwoners van dat land; die stuurde hem het veld in om varkens te hoeden. Graag had hij zijn honger gestild met het voer dat de varkens aten, maar niemand gaf hem wat.  Toen kwam hij tot zichzelf en zei: “Zoveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed, en ik verga hier van de honger!  Ik ga terug naar mijn vader. Ik zal hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;  ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten, behandel me als een van uw dagloners.”  En hij ging terug naar zijn vader. Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd; snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem. [21] “Vader,” zei de zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten.”  Maar de vader zei tegen zijn slaven: “Haal vlug de mooiste kleren en trek ze hem aan, doe een ring aan zijn vinger en schoenen aan zijn voeten. Haal het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feestvieren, want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.” En het feest begon.

Maar zijn oudste zoon was nog op het land. Toen hij naar huis kwam, hoorde hij muziek en dans. Hij riep een van de knechten en vroeg wat er te doen was.  Die antwoordde: “Uw broer is thuisgekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond en wel terug heeft. Toen werd hij kwaad en hij wilde niet binnenkomen. Daarop kwam zijn vader naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen.  Maar hij gaf zijn vader ten antwoord: “Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren.  Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen met hoeren heeft verbrast, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” Maar hij zei : “Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat ik heb is van jou. We moeten feestvieren en blij zijn, want die broer van je was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.” ’

www.willibrordbijbel.nl

 

Doelen

Beter begrip van elkaars ervaringen, belevingen, beweegredenen,

Ervaringen van verlies, vertrek, achterlaten, terugkeren, uitkijken, barmhartigheid, (on)recht, verontwaardiging…

Vertellen van het verhaal

Speluitleg

De verhaalsituatie waarmee gespeeld wordt, wordt toegelicht.

Het is nu de ochtend na het grote feest.

De vader en zijn 2 zonen zitten aan de ontbijttafel.

We maken de ruimte klaar. Er moet een tafel zijn, en 3 stoelen.

Verder zijn er verschillende voorwerpen, waaruit ze kunnen kiezen: een tafelkleed, een broodmandje, een waterkruik, enz.

Nadien stoelen bijzetten, in elke rol evenveel stoelen ( zoveel stoelen als er kinderen zijn )

Bij een groot aantal kinderen: in twee afzonderlijke groepen spelen, na elkaar.

 

Hervertellen van het verhaal

Luisteren met de vraag: wie van de 3 hoofdrolspelers zou ik het liefste willen zijn?

Door welke rol wordt ik het meest geraakt?

De vader, de oudste zoon, de jongste zoon ( wat ook kan: de moeder, de oudste dochter, de jongste dochter)

 

Kinderen gaan achter de stoel van hun keuze staan. Voorstellen om 3 gelijke groepen te maken.

Zodra je gaat zitten, leef je je in in de rol.

Vanaf dan mag je enkel nog praten tegen mensen van de andere rollen.

Je spreekt in de IK-vorm.

Begininterview (max 3 vragen per persoon):  Wie ben je? Wat gaat er nu door je heen? Tegen wie wou je graag wat zeggen?

 

Trialoogspel:

De verschillende spelers gaan met elkaar in ge gesprek over het hele gebeuren.

De begeleider helpt de spelers  bij dit gesprek, leidt het gesprek in goede banen en reikt ook verhaalinhouden aan als gespreksmogelijkheid.

Mogelijke hulpvragen voor de begeleider naar de diverse spelers toe

Oudste zoon:

Wat is er gisteren gebeurd?

Wat vind je daarvan?

Waar doet je dat aan denken?

Wat heb je zelf gezegd/gedaan?

Hoe kijk je daar nu op terug? Heb je het effect bereikt dat je wilde bereiken?

Hoe is de sfeer, hier nu aan tafel? Waaraan merk je dat?

Hoe gaat het nu met jou?

Wat ga je vandaag doen? Is het een dag als alle andere?

Hoe nieuwsgierig ben je naar de belevenissen van je broer?

Jongste zoon:

Wat is er gisteren gebeurd? Hoe was dat voor jou?

Is de thuiskomst verlopen zoals je had verwacht?

Hoe voel je jenu?

Hoe zitten de anderen aan tafel er nu bij, vind je?

Hoe moet het nu verder?

Vader

Wat is er gisteren gebeurd? Hoe ben je er mee omgegaan?

Wat vond je oudste zoon ervan? Hoe was dat voor jou? Wat vind je van zijn reactie?

Hoe was het voor je jongste zoon?

Hoe voel je je nu?

Hoe is de sfeer hier aan tafel?

Wat zou je graag zien gebeuren? Wat wil je hen hierover zeggen?

Aandachtspunten:

Stillere spelers betrekken (Vraag hen: Wat zie je? Wat hoor je? wat valt je op? Wat boeit je, Wat stoort je?)

Argumenten terug opnemen

Doorschuiven na 5’-7'

Doorschuiven van de rollen

De spelers lossen de rol van Vader of zoon (moeder of dochter) die ze gespeeld hebben

Allen schuiven ze een reeks stoelen op

De vaders worden de jongste zonen, de jongste worden de oudste zonen en de oudste zonen worden de vaders

Even de tijd nemen om je in te leven in je nieuwe rol.

De draad van het verhaal terug opnemen en het gesprek verder zetten.

De begeleider zorgt voor een startvraag die verder ingaat op de gespreksinhouden die al aan bod gekomen zijn

Na de tweede ronde wordt er nog een derde maal doorgeschoven zodat elkeen elke rol gespeeld heeft.

Op het einde van de derde ronde mag iedereen als afronding nog één zin zeggen vanuit de rol.

Iedereen krijgt de kans om 1 zin te zeggen vanuit een vrij gekozen rol

 

Uitwisseling

Hoe was het om dit te spelen? Om plots van rol te veranderen?

Waren er dingen die je graag anders gespeeld had?

Waren er momenten/ dingen die gezegd zijn in het spel, die je zelf ook al hebt meegemaakt?

Meer informatie over de  uitwisseling: >>Zie Begeleiden Uitwisseling

Het verhaal als afronding herlezen

bottom of page