top of page

WERKVORMEN

Model

Omschrijving

Het koor is een werkvorm die afgeleid is van de rol van het koor (Gr. choros: rei) in het Griekse drama.  Het was een groep zangers, die in het Griekse drama eenstemmige gezangen ten gehore brachten, doorgaans te samen met mimische bewegingen. Het koor gaf commentaar op de handeling van de spelers vb. de mening van de dichter of de mogelijke reacties van het publiek. Het koor: een groep van spelers ondersteunt, versterkt, bevraagt dus de rol van de protagonist en de antagonist, de hoofdrolspeler en de tegenspeler. Door het spel van koren die de standpunten van een verhaalfiguur en diens tegenspeler verkennen, versterken, aanvullen, verdiepen... kunnen verhaalteksten indringender verkend worden en tegelijk ook geactualiseerd in de eigen levenssituatie.

De werkvorm kan een veel inventiviteit en humor bewerkstelligen.

 

Doelen

Een diversiteit aan rolinvullingen voor een verhaalfiguur verkennen.

Mogelijke belevingen, uitspraken en scenario’s verkennen en verdiepen.

De betekenis van verhaal uitspraken voor zichzelf of voor de samenleving beter inschatten.

Een verhaal tekst en de personages actualiserend verwerken en verdiepen.

Het verhaal met een knipoog, humor of en zekere relativering benaderen.

 

Spelverloop

 

1. Het  verhaal wordt gelezen.

 

2. De verschillende verhaalfiguren.

Samen  opsommen van de diverse verhaalfiguren en kijken welke met elkaar in gesprek zijn of in conflict of in relatie met elkaar staan. Kort de eerste indrukken en eigen belevingen en associaties bij deze figuren vertellen aan elkaar. Een bepaalde relatie er uit lichten om verder te exploreren. Uit een verhaal kiest men dus twee personages die op één of andere wijze elkaar tegenspelers zijn of die aangever en ontvanger zijn, die woord en wederwoord, vraag en antwoord zijn van elkaar.

3. Herlezen van het verhaal

Het verhaal wordt herlezen in functie van het gekozen verhaalfragment

 

4. Opstelling in de ruimte

De groep spelers verdeelt zich in twee ongeveer gelijke groepen en kiest voor één van beide verhaalpersonages (rollen).

De beide groepen stellen zich in twee rijen tegenover elkaar op aan de éne en andere zijde van het speelveld (min. vijf stappen en max. tien stappen van elkaar). Ze leven zich in, in de rol van de verhaalfiguur die ze gekozen hebben.

 

De ene koorgroep geeft aan, de ander antwoordt. Uit beide koorgroepen treedt eerst één personage op de voorgrond (protagonist) door een stap vooruit te zetten, een houding aan te nemen en een uitspraak te doen. Daarna antwoordt een tegenspeler (antagonist) uit het andere koor op de voorzet, het woord, de uitspraak van de protagonist.

 

Voorbeeld: De protagonist speelt de engel Gabriël met een boodschap aan Maria en zegt: "Ik heb een boodschap voor u, Gij zult een kind krijgen". De antagonist in de rol van Maria antwoordt met  "Zie de dienstmaagd des Heren" of  "Oh, ik ben zo blij" of "Daar zit ik niet op te wachten". De koningin uit het sprookje van Sneeuwwitje vraagt aan de spiegel "Wie is de mooiste van het land?" en de spiegel antwoordt... Achter deze beide spelers bevindt zich nu een koor. Een koor dat de rol van de protagonist of antagonist gaat ondersteunen, versterken, bevragen, verkleinen…. 

5. Spelvorm: Imiterend verkennen.

Aanvang

De spelers worden gevraagd zich in te leven in het eigen verhaalpersonage.

Bij de meest éénvoudige en  gestructureerde vorm begint de protagonist en de antagonist met een uitspraak van de letterlijke bijbeltekst. Dan neemt, om beurten, elke speler van het koor,  de houding en de uitspraak van de protagonist en antagonist over.

De medespeler uit het koor komt zo dicht mogelijk staan bij de protagonist (voor het ene koor) of bij de antagonist (voor het andere koor). De speler plaatst zich er heel dicht naast of schuin achter tegen en neemt één zelfde houding aan en herhaalt de eerste uitspraak. Dus, eerst neemt iemand van het koor uit de eerste groep de uitspraak van de protagonist over, daarna neemt iemand uit het andere koor de uitspraak van de antagonist over, dan weer iemand uit het eerste koor en zo voort tot ieder aan de beurt is geweest.  Visueel vormen de beide koren zoveel mogelijk één blok zodat de gespeelde bijbelfiguur niet één stem krijgt maar vele stemmen, die als één blok achter hem staan. De houdingen van de koorleden blijven de hele speeltijd als bevroren op het scène staan tot het spel stopt. Als iedereen aan het woord is geweest stopt de begeleider het eerste spelmoment.

 

Herhaling

Het tweede spelmoment verloopt helemaal gelijkaardig met het eerste, alleen start het met een andere protagonist en antagonist, die een eigen houding aanneemt en op eigen wijze een uitspraak doet dan de vorige. Door de herhaling enerzijds en de steeds groter wordende koorgroep rond de twee spelers krijgen de eerste uitspraken meer kleur, sterkte, galm, impact…  Zo worden ook de diverse mogelijke rolinvullingen verkend.

 

Rolwisseling.

Na enkele spelmomenten verwisselen de spelers van rol. Door de eerst gekozen rol (verhaalpersonage) te moeten loslaten en in de andere rol zich in te leven oefenen de spelers zich in het verplaatsen in iemand standpunt of belevingswijze.

 

Uitwisseling.

Op het einde van de eerste spelvorm wisselen de spelers hun eerste belevingen aan elkaar uit over de eerste letterlijke tekstverkenning van het verhaal en de dialogen.

Meer informatie over de  uitwisseling: >>Zie Begeleiden Uitwisseling

Daarna volgt een verdere creatieve verkenning vanuit de eigen belevingen en ervaringen van de spelers en de exploratie van de vele achterliggende mogelijke betekenisgevingen naar aanleiding van het verhaal(fragment).

Variaties

 

Spelvorm: Doorleefd verdiepen door te Versterken en te verzachten.

Naast het gewoon herhalen van de uitspraken van de protagonist en antagonist en de zelfde houdingen over te nemen, kan men deze houdingen en uitspraken ook versterken of verzachten. Door bijvoorbeeld de eerste uitspraak van de protagonist, door elk koorlid steeds harder en krachtiger te laten klinken, of omgekeerd steeds zachter en stiller, enkel met stemgeluid. Hetzelfde kan met doen met de uitdrukkingen van het lichaam en de mimiek. Ook kan men de uitspraken van protagonist en antagonist versterken of verzachten door inhoudelijk de tekst van de uitspraak wat aan te passen zodat de uitspraak versterkend klinkt. Voorbeeld: "Ik breng je een boodschap". "Ik breng je een goede boodschap". "Een boodschap om U tegen te zeggen". "Ik heb voor u een schitterend cadeau…"

Men kan ook de alternerende volgorde, eerst iemand van het ene koor, daarna iemand van het andere, loslaten en elk lid van het ene en andere koor vrij naar eigen inzicht een inbreng laten doen. Zo kunnen meerdere leden van éénzelfde koor een aantal uitspraken na elkaar doen vooraleer er door het andere koor geantwoord wordt.

Spelvorm : Becommentariëren

Naast het versterken of verzachten van uitspraken door het koor, is het ook mogelijk om als koor commentaren te leveren op de uitspraken van de protagonist en antagonist. Voorbeeld: De protagonist zegt: ‘Ik breng je een goede boodschap’ Het koor geeft commentaar: ‘Daar moet je niks van geloven’. ‘Hij liegt dat ie zwart ziet’. ‘Pas op dit is een val’…

Het is ook niet noodzakelijk dat bij elk spelmoment alle leden van het koor een inbreng doen.

Het spelmoment stopt dan als er geen verdere inbreng meer komt. En men begint opnieuw met een andere protagonist.

 

Andere variaties

De verhaalpersonages en hun spanningsvelden verder verkennen en verdiepen in de richting van de eigen actuele belevingen, ervaringen, associaties...

Meerdere koorleden doen meerdere uitspraken en nemen meerdere houdingen aan.

Alle koorleden doen een eigen inbreng zodat ze een uitbreiding vormen aan de input van de protagonist of antagonist.

Het koorspel kan uitgroeien tot bijvoorbeeld een discussiespel of een rolgesprek.

Men kan ook spelen met één enkel koor, met of zonder publiek.

Het koorspel kan ook gespeeld worden met  drie of meer koren, naargelang het aantal personages in het verhaal.

TOEPASSINGEN

 

Hemelvaart van Jezus

 

 Verhaaltekst

Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaarden, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen, die zeiden: “Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.” Handelingen 1, 8-11

 

Doelen

Verkennen van betekenissen van de zinsnede van de twee mannen in witte gewaden: ‘ wat sta je naar de hemel te kijken’.

Antwoordmogelijkheden verkennen voor de leerlingen van Jezus die tonen op welke wijze je deze zinsnede kan begrijpen (als mannen van Galilea, als leerling van Jezus).

 

Spelverloop.

De deelnemers stellen zich op in twee spelgroepen in twee tegenover elkaar, met de nodige speelruimte daar tussen.

De ene groep leeft zich in, in de rol van ‘de mannen in witte gewaden’.

De anderen spelen de rol van de leerlingen van Jezus.

 

Spel 1:

- iemand uit de groep van ‘de mannen in witte gewaden’ zet twee stappen naar het midden van het speelveld, naar de tegenspelers toe, neemt een houding aan en zegt op eigen wijze: ‘Wat sta je naar de hemel te staren’. De speler blijft in die houding en met die uitdrukking staan.

- iemand uit de andere groep van de leerlingen van Jezus treedt naar voor in oppositie met de vorige speler, neemt een bepaalde houding aan en tracht daar een kort antwoord op te formuleren Vb. ‘wij willen met Jezus mee’ of ‘wat moeten we nu zonder hem’ of ‘gaan we hem nog ooit terug zien’… Ook deze speler blijft in die houding en met die gelaatsuitdrukking staan

- Daarna is het opnieuw aan groep één : een nieuwe speler treedt naar voren, positioneert zich dicht aangesloten bij de eerste speler en herhaalt diens uitspraak zo woordelijk mogelijk.

- Ook in de andere groep dient nu een speler naar voor te komen, om het spel van de eerste speler , dicht bij hem/haar aangesloten het antwoord van de leerling van Jezus zo letterlijk mogelijk te herhalen.

- Dit herhalend spelen kan zich nog verder enkele keren herhalen.

 

Spel 2:

De zelfde spelvorm herhaalt zich maar nu met ‘versterkingen’.

Elke speler die zich aansluit bij de eerste van elke groep, tracht diens uitspraak niet louter te herhalen maar lichtjes te versterken, iets krachtiger te maken, ofwel in de wijze van zeggen, of in het licht herschikken of aanpassen van de uitspraak.

 

Spel 3:

De zelfde spelvorm, de zelfde start, maar de aanvullende spelers vullen de eerste spelers verder aan, met aanvullende elementen.

 

Spel 4:

Idem, maar inhakend op elkaars antwoord.

 

Van personages wisselen

D e beide groepen verwisselen van de rollen (personages) en opnieuw beginnen bij spel 1. Of andere variaties uitwerken.

 

Uitwisseling

Na het spel samen zitten en belevingen en ervaringen uitwisselen.

Meer informatie over de  uitwisseling: >>Zie Begeleiden Uitwisseling

bottom of page