top of page

VERHALEN

De roeping van de Vissers​

Lucas 5, 1 - 11

 
Toen Hij aan het meer van Gennesaret stond en de mensenmenigte zich om Hem verdrong om het woord van God te horen,
zag Hij twee boten bij het meer liggen. De vissers waren van boord gegaan en spoelden de netten.
Hij stapte in een van die boten, die van Simon, en vroeg hem een eindje van het land af te varen.
Hij ging zitten en vanuit de boot gaf Hij de mensen onderricht. Toen Hij uitgesproken was zei Hij tegen Simon:
`Vaar nu het meer op naar diep water. Daar moeten jullie je netten uitwerpen.' `
Meester,' antwoordde Simon, `de hele nacht hebben we ons al afgetobd zonder iets te vangen.
Maar als U het zegt zal ik de netten uitwerpen.'  Dat deden ze en ze vingen zo'n massa vis dat hun netten ervan scheurden.
Daarom wenkten ze hun maats in de andere boot om hen te komen helpen.
Die kwamen, en beide boten vulden ze tot zinkens toe.
Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op z'n knieën voor Jezus en zei: `Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens.
' Want schrik had hem, en allen die bij hem waren, bevangen, vanwege de vissen die ze samen gevangen hadden.
Zo verging het ook Jakobus en Johannes, zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten.
Maar Jezus zei tegen Simon: `Wees niet bang. Voortaan zul je mensen vangen.' 
Ze brachten de boten aan land, lieten alles achter en volgden Hem.
 

Bibliodrama : De roeping van de vissers 

Lucas 5, 1 - 11

 

Doelen

Verkennen van betekenissen van de tekst met aandacht voor de (eigen) inspiratie

Stilstaan bij aspecten van de roeping van de vissers in het verhaal en de eigen roepinggeschiedenis.

Doorleven van het geroepen worden en de dilemma's die daarbij ervaren worden

Werkwijze

 

Spel 1: Het meer van Gennesareth.

 

  1. Met doeken aspecten van het meer gestalte geven. Een reeks van veelkleurig groen, blauw, witte doeken voorzien als spelmateriaal

  2. Zich inleven in één aspect van het meer. Daarbij een doek kiezen die daar op één of andere wijze uitdrukking aan geeft.

  3. Om beurten als speler een doek neerleggen op het speelveld als een onderdeel van het meer van Gennesareth. Zich inleven en iets uitspreken als aspect of onderdeel van het meer. Als volgt:  Ik ben het…. van het meer en…. een reden, motivatie, aandeel… aangeven. Voorbeeld: 'Ik ben de glinsterende bovenkant die het meer, mooi en aantrekkelijk, maakt.' 'Ik ben de diepte van het meer, je moet mij vinden om 'echte' vis te vangen.'  'Ik ben de verontreinigde boord van het meer, waar van alles aanspoelt dat onwaardig lijkt.'  'Ik ben een grote golf, die doorzettingsvermogen vraagt van de vissers.'

  4. Ieder om beurt drukt één aspect van het meer uit.

Meer informatie over de werkwijze met deze werkvorm: >> Naar Werkvorm Gesprek met een voorwerp

 

Spel 2: Jezus spreekt de menigte toe

  1. Het bijbeltekstfragment wordt opnieuw gelezen​​: Toen Hij aan het meer van Gennesaret stond en de mensenmenigte zich om Hem verdrong om het woord van God te horen, zag Hij twee boten bij het meer liggen. De vissers waren van boord gegaan en spoelden de netten. Hij stapte in een van die boten, die van Simon, en vroeg hem een eindje van het land af te varen. Hij ging zitten en vanuit de boot gaf Hij de mensen onderricht.
  2. De ene helft van de deelnemers speelt de rol van Jezus. De ander helft speelt de mensenmenigte.

  3. Elke speler die de rol van Jezus opneemt, houdt een toespraak van één zin.

  4. De toeschouwers mogen reageren, telkens twee reacties per Jezuswoord.

  5. Voorafgaandelijk wordt gevraagd aan aan elke speler met de Jezusrol, hoe het voelt: er te staan, in een bootje, op het water, voor het volk om het toe te spreken.

    • Jezus mag maar moet niet reageren op wat iemand uit de mensenmenigte zegt.

    • Jezus wordt gevraagd hoe hij dit beleeft: Wat doet u dat Jezus dat dit gezegd wordt?

  6. Uitwisseling:  Hoe heb je dit beleefd als Jezus, als iemand uit de menigte? Welke belevingen kwamen in je boven? Wat herken je in je eigen leven, je dagdagelijkse realiteit?

 

Meer informatie over het begeleiden van de uitwisseling: >> Naar begeleiden Uitwisseling

Spel 3: Jezus geeft de opdracht naar diep water te varen.

  1. Het bijbeltekstfragment wordt gelezen: Toen Hij uitgesproken was zei Hij tegen Simon: `Vaar nu het meer op naar diep water.
  2. De betekenis van 'diep water' wordt met alle spelers tegelijk verkend. Iedereen leeft zich in in 'diep water'  De begeleider vraagt aan iedere speler een kenmerk van diep water te verwoorden. Mogelijk in de vorm: Ik ben het diep water dat..... of Als diep water zorg ik voor..... Op deze wijze vertelt elke speler doorleefd over een mogelijke eigenschap, een kenmerk, een betekenis van 'diep water'.

  3. Daarna spelen één of twee personen de rol van Jezus. De anderen spelen de rol van  de vissers in de boot.

  4. De spelers met de rol van Jezus (de Jezus’ rollen om beurt) zegt(gen) op eigen wijze: ‘Vaar nu het meer op naar diep water’.

  5. De spelers die 'vissers' zijn beluisteren het woord, de uitspraak, de opdracht van Jezus en leerlingen voeren een gesprek onder elkaar over wat er allemaal in hen omgaat als ze dit horen. Jezus beluistert het gesprek.

  6. De vissers spreken Jezus aan en zeggen wat ze van deze opdracht vinden.

  7. Daarop zegt Jezus mogelijk hoe hij hun wederwoord ervaarten wat hij daarbij voelt, denkt....

  8. De vissers mogen in één zin reageren.

  9. De rol na het spel afleggen

  10. Uitwisseling van belevingen en ervaringen

Meer informatie over het begeleiden van de uitwisseling: >> Naar begeleiden Uitwisseling

 

 

Spel 4. Voortaan zult ge mensen vangen.

  1. Verhaal lezen tot het einde

  2. De spelleider herhaalt de laatste woorden van Jezus:`Wees niet bang. Voortaan zul je mensen vangen.' 

  3. Ieder leeft zich in en speelt de rol van visser. Om beurt zegt elke visser iets over zijn geroepen worden.

    • Zegt wat hij/zij achterlaat.

    • Zegt wat hij/zij volgt

   4. Uitwisseling van ervaringen

Uitwisseling van ervaringen bij het spel en de associaties met het eigen leven

Daarna uitwisseling met betrekking tot het geheel van de bijbeltekst en de diverse bibliodrama's

Wat heb je over het bijbelverhaal geleerd.

Wat heb je voor je eigen leven geleerd

Welke inspiratie is er doorheen het spel bij je bovengekomen.

bottom of page